interview gepubliceerd in Opnieuw
April 2005


Bij de voorplaat door Riet Paasman

"Ik geloof niet in toevalligheden "

Op een deel van de vloer in haar atelier heeft Johanna de Haan wel honderd aquarellen bij elkaar gerangschikt
tot een tapijt. Veel rood, maar “ik kan ook een blauwe compositie voor je maken als je wilt of als ik dat wil.”
Daarnaast ligt een kleiner kleedje in andere, meer pastelachtige kleurstellingen en ook aan een van de wanden
hangt een collage van de kleine afzonderlijke rechthoekjes, twintig bij dertig centimeter ongeveer, die ze maakt.
Ze wekken associaties met quilts of merklappen. Toch klopt dat niet helemaal. Dit zijn composities van dit moment,
morgen zijn het weer andere.

De aquarellen zelf zijn ook niet meteen ‘af’. Johanna begint met een lijn: “ik ben eerder tekenaar dan schilder.”
De lijn loopt grillig, dat maakt haar hand uit, zelf weer gestuurd door haar innerlijke beweeglijkheid en levendigheid.
Zoals ook de klimop, voor Johanna symbool van trouw en een door haar veelgebruikt motief, zich grillig een weg vindt.
Dan komt de kleur, eerst het zwart, dan de pasteltinten. Later werkt ze door in de aquarellen en worden de pastelkleuren
zwaarder, zoals in de collage op de voorplaat. Papier, plakkaatverf en aquarelverf gebruikt ze, kwetsbare materialen,
daar heeft ze een zwak voor. “Maar de maat van de compositie doet er erg toe, heel veel aquarellen bij elkaar oogt
bijna overweldigend, helemaal niet fragiel maar sterk, monumentaal.

Come what may
Het aquarellentapijt op de vloer heeft als titel ‘Come what may’: kome wat komt, het is goed, ik accepteer het.
Daar spreekt vertrouwen uit, vertrouwen in het werk van haar handen. Schilderen is voor Johanna een meanderend,
oncontroleerbaar proces, ze begint ergens zonder te weten waar het eindigt. Onderweg groeit het werk en ‘af’ is het
nooit. Na verloop van tijd ordent ze de aquarellen tot een nieuwe compositie en dan doet de collage zich opeens
weer anders aan je voor. “Ik streef ernaar de ordening van de schilderijtjes niet vast te leggen, zodat ze onafhankelijk
blijven en steeds op een andere manier opgehangen kunnen worden. Ik werk aan het ophangen op een vergelijkbare
instinctieve manier als aan het schilderen. Vaak begin ik in het midden, op ooghoogte, en voeg dan steeds een
schilderijtje toe. Er ontvouwt zich zo een soort verhaal. Een bepaalde intensiteit wordt zichtbaar. Grappig genoeg heb
ik een keer gemerkt dat toen ik de schilderijtjes zo ophing als ik ze van de stapel pakte en ze op de muur plakte zoals
je de woorden op een bladzijde schrijft of leest, dat ook goed was. Het lijkt op wat sommige Franse schrijvers wel
‘'ecriture automatique'’ noemen.” In eerder ontstaan werk als ‘CONTINUÜM’ – Johanna associeert dat woord met
de liedtekst “be glad for this song has no ending” - en ‘What old lines can do’ uit respectievelijk 2001 en 2003 ging
dat anders, zo vertelt ze. Daar maakte het ophangen van het veld het werk pas af. In dat werk kunnen dan ook eigenlijk
geen afbeeldingen vervangen of weggehaald worden.

Onderscheid
Toch ontstaat een collage niet zomaar, vanzelf. “Er zijn gedurende het ordeningsproces veel keuzemomenten en ik
maak steeds keuzes. In die zin geloof ik ook niet in toevalligheden. Kiezen is onderscheid maken en door onderscheid
te maken probeer ik mijn weg te zoeken. Daarbij streef ik naar zo min mogelijk vooringenomenheid.” Haar werk lijkt op
het leven. Je maakt een keuze, je gaat verder, je maakt een groei door en wat zich vandaag als harmonieus aan je
voordoet als zie je na verloop van tijd misschien met heel andere ogen. Leven is ‘work in progress’ en zo is het ook
met de aquarellen van Johanna de Haan. Johanna heeft niet altijd getekend. “Geboren en opgegroeid op een boerderij
in de vijftiger jaren heb ik me langzaam losgemaakt van het leven dat voor de hand lag. Op een gegeven moment deed
ik vrijwilligerswerk in een buurthuis en daar volgde ik een modeltekencursus. Naar aanleiding daarvan ging ik buiten
tekenen, landschappen en details van bomen en planten. Ik weet nog dat ik in de Verenigde Staten was en op een
heuvel tegen dat immense landschap aankeek en blaadjes zat te tekenen. In die enorme natuur hield ik me bezig
met iets wat heel klein was en dichtbij me. Naar grote dingen kijk ik ook en ik heb inmiddels al heel wat bergen
getekend, maar onderscheid en keuzes maken doe ik bij dingen die dichtbij me zijn.” Via de avondopleiding van de
Rietveldacademie kwam ze terecht op de avondopleiding van de Rijksacademie, uiteindelijk heeft ze in Den Bosch
eindexamen gedaan. Niet bewust kunstenaar geworden dus, het is zo gegroeid.

Songs
Elke ochtend begint ze met een half uurtje schrijven. ‘To mull on it’ noemt ze het, herkauwen. “Het gaat erom dat ik
mijn hoofd leeg maak. Juist persoonlijke en dagelijkse dingen wil ik loslaten, om ontvankelijk te kunnen zijn.” Dan
pas gaat ze aan het werk. Vaak zitten er liedjes in haar hoofd over waar ze innerlijk mee bezig is. Van daaruit maakt
ze haar werk en ook komen uit die liedjes veel titels voort. Kennelijk luistert ze veel naar Engelstalige songs, want
die titels zijn vaak in het Engels en ook overigens gebruikt ze veel Engelse uitdrukkingen. “Dat heeft ook wel te maken
met de manier waarop ik werk. De schilderijtjes gaan over dingen die dicht op mijn huid zitten. Als je een andere taal
gebruikt schept dat afstand.” Niet iedere kunstenaar heeft het over zichzelf in zijn werk, maar voor Johanna kan het niet
anders dan zó. “Ik ben niet iemand die van te voren weet wat ze gaat maken. Ik begin met een gedachte, iets waar het
over zou kunnen gaan. Al doende vind ik dan het materiaal, de kleur, vorm en ontstaat een beeld.” Soms exposeert ze
in een galerie, af en toe in haar eigen werkplaats. In elk geval streeft ze ernaar elk jaar tenminste één keer te laten zien
waar ze mee bezig is. Het afgelopen jaar was haar werk weer te zien in de Boomsspijker bij de Open Ateliers Nieuwmarkt.

Onafhankelijk
Opmerkelijk genoeg zegt Johanna opeens: “Ik heb ook een baantje”. Alsof ze niet al een hele baan heeft aan haar
kunstenaarschap. Maar nee, corrigeert ze, dat is haar werk. Het baantje heeft ze in de Flesseman, ze is er slaapwacht.
Dat houdt in dat ze ’s nachts kan worden geroepen als er iets ongebruikelijks aan de hand is. De slaapwacht komt dan
de wakende - nachtdienst helpen. ’s Ochtends zit ze in de receptie, ze neemt de telefoon op, geeft sleutels af en neemt
ze in, doet de administratie en bewaakt de poort. Met haar man en kinderen van achttien en zestien woont Johanna
trouwens ook in de Flesseman, op de vijfde verdieping liggen een paar appartementen voor gezinnen. Veel energie
heeft ze dus, gezien al die verschillende rollen. “Dat klopt, maar elders je geld verdienen levert veel op. Het maakt me
als kunstenaar onafhankelijk van de verkoop van mijn werk of de kunstmarkt. Zo kan ik me in alle vrijheid ontwikkelen.

Begin, schrijf - aanschouw
Wat je uitricht en niet hebt beraamd
Wat gedaan is deed je soms
Uit liefde, soms uit drang tot overleven.

Dat schreef H.C. ten Berge in Texaanse Elegieën.
Deze strofe is voor mij steeds de beste leidraad om mijn werk te benaderen.”

johanna de haan / beeldend kunstenaar
<
TOP
foto:
Martijn van der Molen
johanna de haan / beeldend kunstenaar